Home

Columns

Verhalen

Artikelen

Contact

 

 

 

 

Smaad

Gisteravond op Nieuwsuur werd een item getoond over enkele bewoners van de Gondel in Lelystad, die aangifte hadden gedaan van smaad tegen schrijver Joris van Casteren. In zijn boek "Lelystad" vertelt hij over de plaats waar hij opgroeide, en over zijn buurkinderen Raymond en Monique Smit. In het boek heten ze Richard en Monique Rook, maar ze hebben wel het idee dat zij bedoeld worden. Ze herkennen zichzelf in het boek, maar dat willen ze niet, en daarom komen ze met hun snufferd op de buis, teneinde te bevorderen dat het hele land hen nu herkent en weet dat ze niet Richard en Monique Rook heten, maar Raymond en Monique Smit. Dat we het maar weten.

Raymond is kwaad omdat hij in het boek als oorlogszuchtig wordt neergezet. De schrijver zegt daarover dat hij soldaatjes, geweertjes en tanks had, en in een camouflagepak door de bosjes rende. Dan komt Raymond in beeld en zegt: "ik had helemaal geen camouflagepak! Geweertjes enzo had ik wel, maar dat hadden alle buurtgewoners." Leuke contaminatie trouwens, die gewoners, maar ik kan me nauwelijks voorstellen dat alle bewoners van de buurt, jong en oud, geweertjes hadden; het is en blijft per slot van rekening Lelystad en niet het wilde westen.

Vervolgens leest Van Casteren een passage uit het boek voor waarin hij de moeder van het tweetal beschrijft: ze rookte mentholsigaretten, maakte de WC schoon met chloor en als je aanbelde deed ze de deur open met roze, rubberen handschoenen. Ieder jaar gingen ze naar Mallorca op vakantie en gingen dan tax-free shoppen. Dan komt Monique in beeld, en het lijkt de dochter van Marijke Helwegen wel: zwaar opgemaakt, een vette laag lippenstift die tot net iets over de lipranden is aangebracht, en lange gelakte snotscheppen. Met een loodzaar Amsterdams accent zegt ze verontwaardigd dat haar moeder nog nooit een sigaret heeft aangeraakt. En ja, dat van die handschoenen is natuurlijk ook niet waar. Ze worden neergezet als asociale, kansarme Amsterdammers, pruilt ze. En van die vakanties, iedereen die dat leest kan toch snappen dat het tegenstrijdig is, als je kansarm bent en toch elk jaar naar Mallorca gaat en ook nog eens tax-free gaat shoppen? Intussen zien we een beeld van een hondje dat zich tegen de bankzitting aan rijdt.

Ze zijn gekwetst, Raymond en Monique, en zijn in hun eer en goede naam aangetast. De politie gaat de zaak nu onderzoeken. Binnenkort zal Van Casteren worden verhoord.

Nederland is gek geworden, blijkt eens te meer. Wat wil de politie eigenlijk onderzoeken? Of moeder nou wel of niet heeft gerookt, of ze nou wel of niet naar Mallorca gingen, of Raymond nou wel of niet als oorlogszuchtig kan worden gekwalificeerd? Was er nou niemand bij de politie aanwezig die het aandurfde om tegen deze tokkies te zeggen dat ze als sodiemieter het bureau dienden te verlaten en niet de chronisch onderbezette en overbelaste politie met deze flauwekul mogen komen lastigvallen?

Het mallotige stel wenst rectificatie, omdat de schrijver in zijn boek heeft gezet dat alles wat er staat, echt is gebeurd. En ze willen ook excuses. "Op z'n minst", voegt Helwegen junior er met een verbeten bekje aan toe.

Uitgesproken ironisch is wel dat de schrijver met zijn boek wilde laten zien dat de utopische verwachtingen over de maakbaarheid van de stad, niet uit zijn gekomen. Men wilde laten zien wat voor prachtige stad ze konden maken, maar het tegenovergestelde is gebeurd, horen we hem zeggen. Dat is inderdaad waar, en het geldt niet alleen voor Lelystad. Deze hele opschudding om niets is daar een heel mooi voorbeeld van.

Door Myra Ronner, 30 september 2010

Reageer op deze column!