Belastingparadijs
Onlangs was Wouter Bos, geflankeerd door Jan Kees de Jager, in het nieuws om zich erover te beklagen dat Barack Obama Nederland een belastingparadijs had genoemd. Bos ontkende dit in alle toonaarden en zei dat in Nederland “geen dingen gebeuren die niet zouden mogen gebeuren, waar geen transparantie zou zijn, waar niet internationaal samengewerkt wordt, conform algemeen aanvaarde normen”. Hij zegt te willen zorgen dat dat beeld verdwijnt, want dat “is natuurlijk wel neergezet”. Hij zegt verder dat er een lijst zou bestaan van belastingparadijzen, waar Nederland op gezet zou zijn.
Een heel kort stukje, met heel veel onzin erin.
Allereerst de definitie van een belastingparadijs. Daaronder wordt niet meer en niet minder verstaan dan dat het gaat om een land waar weinig of geen belasting hoeft te worden betaald. De toevoeging dat het zou gaan om iets illegaals, iets ondoorzichtigs en foezeligs heeft er niets mee te maken.
Er is ook helemaal geen lijst met belastingparadijzen, en zeker geen officiële, die door de VS wordt gebruikt. Het enige dat er vanuit de VS naar buiten is gebracht is dat het Amerikaanse ministerie van Financien zou zijn gebleken dat in 2003 bijna een derde van alle winsten die door Amerikaanse bedrijven werd gemaakt, afkomstig was van slechts drie kleine landen met een laag belastingtarief: Bermuda, Nederland en Ierland. Obama heeft in een toespraak alleen gesteld dat hij het misbruik van belastingparadijzen wilde tegengaan. Hij heeft daarbij Nederland niet genoemd. Dus dat er in Amerika een beeld zou zijn neergezet van Nederland als wat sleezy land waar Amerikaanse bedrijven de belasting in hun land ontduiken, is onjuist.
Wat wel waar is, is dat in Nederland wel degelijk relatief lage belastingtarieven gelden. Zie ook mijn artikel Fiscale constructies. Die zijn met name interessant voor houdstermaatschappijen die zelf geen of nauwelijks activiteiten verrichten. Toch kunnen winsten die in Amerika worden gemaakt, bij de Nederlandse houdstermaatschappij worden belast, dankzij de deelnemingsvrijstelling die Nederland kent. Daarnaast geldt dat er een verdrag is waardoor winsten die in Nederland onder de heffing vallen, in Amerika niet meer kunnen belast. Daar is dus niets schimmigs aan, alles gaat volgens de geldende regelgeving. Maar daarmee kunnen de Amerikaanse bedrijven wel een belastingreductie van 10% realiseren.
Verder is het zo, dat de Nederlandse fiscus geen systeem heeft van internationale uitwisseling. Dat betekent dat Amerikaanse bedrijven een beroep moeten doen op het hiervoor genoemde verdrag, waarna de Amerikaanse fiscus de gegevens bij de Nederlandse belastingdienst kan opvragen. Dat gaat nogal eens fout doordat de Nederlandse fiscus, zoals we allen weten, chronisch overbelast is.
Ik heb al eerder geconcludeerd dat Nederland wel degelijk een belastingparadijs is. Ik sta in dit standpunt zeker niet alleen. In 2006 verscheen een rapport van de (Nederlandse) Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO), waarin de schrijvers tot dezelfde conclusie komen.
Bos en De Jager gingen, zoals gezegd, vol in de aanval tegen de “beschuldigingen” ven Obama. Dit werd door de Amerikaanse United Press International neergezet als “odd news”. Naar analogie met Asterix en Obelix hebben de Amerikanen gedacht: “rare jongens, die Dutchies!” Da’s wel andere koek dan wat de heren Bos en De Jager later trots verkondigden, dat “het Witte Huis na contact met de Nederlandse Ambassade in Washington had besloten om Nederland van de lijst van belastingparadijzen was gehaald.”
Door Myra Ronner, 13 mei 2009
Reageer op dit artikel!